Mijn nominatie voor de Hoeiboei hoofddoekprijs 2011
31 01 11 - 19:59 - Categorie: maatschappij De website Hoeiboei reikt jaarlijks een hoofddoekprijs uit aan degene die in het afgelopen jaar 'het zotste excuus verzint om dit malle en discriminerende symbool in onze seculiere samenleving te promoten'. Op de website staan een aantal mensen voorgedragen op wie je je stem kan uitbrengen. Het is moeilijk te kiezen, maar mijn nominatie voor dit jaar gaat naar de Commissie Gelijke Behandeling, die stelt dat scholen het dragen van hoofddoeken niet mogen verbieden. Aangezien alleen stemmen op personen mogelijk is, zal mijn stem dus gaan naar de mij verder onbekende voorzitter Laurien Koster. De reden is dat deze commissie, die is ingesteld om ongelijke behandeling te bestrijden, juist ongelijke behandeling bevordert door religieuze ongelijkheid in bescherming te nemen. De commissie heeft als controleorgaan op de uitvoering van de wet veel invloed en remt de noodzakelijke discussie over de achterliggende problematiek, namelijke sektarische en religieuze onderwerping van vrouwen en meisjes.Meisjes mogen op grond van religie ongelijk worden behandeld. De Commissie Gelijke Behandeling ondersteunt discriminatie en ongelijkheid in plaats van deze te bestrijden. Het recht dat religies nemen om te kunnen discrimeren en zelfs de wet te ontduiken wordt door de CGB verdedigd, terwijl religies grip op de samenleving proberen te krijgen om de verworven vrijheden en gelijke rechten te onderdrukken. Geen enkele religie promoot gelijke rechten of individuele ontwikkeling, dus met een beroep op de vrijheid van religie kan geen gelijke behandeling worden bereikt.
Het sluieren van vrouwen is ongelijke behandeling
Op de website van de commissie is ondermeer het volgende te lezen:
Leerlingen moeten op school in beginsel de ruimte krijgen om hun godsdienst of levensovertuiging te uiten door middel van hun kleren. Dat geldt zowel voor openbare scholen, als voor het bijzonder onderwijs. Dat volgt uit de Wet gelijke behandeling. Het betekent bijvoorbeeld dat een school een leerling niet zomaar mag verbieden om een hoofddoek, een keppeltje of een kettinkje met een kruisje te dragen. De CGB heeft al verschillende keren geoordeeld dat scholen die bijvoorbeeld hoofddoeken verbieden een verboden onderscheid maken op grond van godsdienst.Het sluieren van vrouwen is een vorm van discriminatie en ongelijkheid, maar wordt in de hoofddoekdiscussie structureel voorgesteld als een godsdienstig symbool gelijk aan kettinkjes of keppeltjes. De reden dat er in onze seculiere maatschappij niet bijzonder veel verzet is tegen het dragen van kettinkjes, hangertjes of zelfs keppeltjes is als uiting van het aanhangen van een godsdienst is dat deze attributen inderdaad niet veel meer waren dan een symbool. De hoofddoek is echter meer dan een symbool: het is de vorm van onderdrukking en discriminatie zelf. De hoofddoek is het middel waarmee vrouwen onzichtbaar worden gemaakt, van hun identiteit en seksualiteit worden beroofd en als mens worden onderworpen aan hun voogd. Bovendien wordt van mannen niet gevraagd zichzelf op een dergelijke manier weg te cijferen en aan de zichtbaarheid te ontrekken.
Dat wil niet zeggen dat een school geen enkele eis aan kleding mag stellen. Kledingvoorschriften en gedragscodes zijn zelfs heel gewoon. Maar als die voorschriften beperkingen meebrengen voor godsdienstige uitingen, zijn ze alleen toegestaan als er zwaarwegende belangen op het spel staan. Het gaat dan bijvoorbeeld om gevallen waarin de rechten en vrijheden van anderen in het gedrang komen.
De islam is een scherp discriminerende religie, en de islamitische wet is onverenigbaar met de westerse wetten. Terwijl westerse wetten onze vrijheden waarborgen en mensen beschermen tegen discriminatie, beperkt de islamitische wet juist de vrijheid. Discriminatie en onderdrukking van de vrijheid en persoonlijkheid is een essentieel kenmerk van de islamitische wet. Als gevolg van dit verschil lopen de onophoudelijke pogingen om de sharia in het westen acceptabel te maken voortdurend stuk.
De sluier is een vorm van controle over vrouwen
Het sluieren van vrouwen is onderdeel van de discriminatie van de sharia. Door de sluier voor te stellen als een religieus symbool, dat gelijkwaardig is aan het dragen van een kruisje om de nek, probeert men de islamitische controle door de man over vrouwen aan het westen op te dringen. Maar de hoofddoek is geen symbool, het is de vorm waarmee vrouwen seksueel onderhorig wordt gemaakt aan haar voogd. Volgens de islam is de vrouw tot kuisheid gedwongen omdat de wet haar zelf verantwoordelijk maakt voor seksuele overtredingen, in welke vorm dan ook. Het sluieren dient om haar seksuele uitstraling te verbergen, en om de vrouw zo onzichtbaar mogelijk te maken. De zichtbaarheid van de vrouw en de opwinding die dat bij mannen teweeg zou brengen veroorzaakt immers fitna (chaos) in de maatschappij.
De film 40 qm Deutschland over het geïsoleerde leven van moslimvrouwen die in hun huizen worden opgesloten. Het huis is het domein van de vrouw.
Op de website van de commissie is te lezen dat het recht van moslimmeisjes om gesluierd naar school te gaan volgt uit de Wet Gelijke Behandeling, maar het is mij niet duidelijk uit welk wetsartikel dit precies volgt. Het is evengoed mogelijk dat de wet zo is opgesteld dat wetten die dienen voor het beschermen van mensen tegen discriminatie zodanig worden uitgelegd dat op grond van een bepaalde uitleg omtrent godsdienstvrijheid op basis van religie toch gediscrimineerd kan worden. Het is duidelijk dat het sluieren van schoolkinderen op basis van hun sekse en seksualiteit een vorm van ongelijke behandeling is, die bovendien een vrije ontwikkeling remt en vooroordelen tegen de vrouwelijke seksualiteit in de hand werkt.
Hoe ongelijkheid gelijkheid wordt met behulp van religieuze retoriek
Dat het religieuze discriminatie betreft is ook makkelijk in te zien door je voor te stellen dat het sluieren van vrouwen in de Wet Gelijke Behandeling zou worden vastgelegd. Iedereen zou zich afvragen waarom vrouwen moeten worden gesluierd, en mannen niet. Het is niet te beredeneren waarom het wel een vorm van gelijke behandeling zou zijn door indirect te verwijzen naar religieuze vrijheid. Het punt is dat er altijd een beroep wordt gedaan op religieuze vrijheid om duidelijke regels tégen discriminatie te kunnen ondermijnen. Religieuze vrijheid is de manier waarop elke vorm van vrijheid en elk mensenrecht ongedaan kan worden gemaakt.
Islamitische mannen worden ontzien in de hoofddoekdiscussie
De stelling van vele mensen die vóór de hoofddoek pleiten omdat vrouwen anders helemaal niet meer in het openbaar zouden verschijnen komt welbeschouwd neer op het erkennen dat moslims hun vrouwen mogen opsluiten en mogen verbieden het huis te verlaten als ze weigeren hun lichaam onzichtbaar te maken. Hoe absurd het ook is om het dragen van de hoofddoek op deze grond te verdedigen, toch wordt hij steeds weer opgevoerd. Hier is bijvoorbeeld Eberhard van der Laan aan het woord:
Ja, maar als deze vrouwen geen hoofddoek dragen, kunnen en of mogen ze niet werken, sporten, studeren, naar buiten, zwemmen, naar de fysiotherapeut, hun kinderen van school halen, een topfunctie bekleden, naar een voorlichtingsloket van de gemeente... Alles beter dan dat deze vrouwen binnen zitten.Dus omdat alles beter is dan dat vrouwen binnenzitten worden niet de mannen en de religie aangepakt die 'vrouwen behandelen als beesten en ze opsluiten in hun huizen' (zoals de historische geleerde Averroës het uitdrukte), maar wordt het leven van ontelbare vrouwen bedorven door ze in doeken te hullen als ze de straat op willen, zelfs als in de zomer ook de islamitische mannen hun kleren zoveel mogelijk van zich afwerpen omdat het in de hete zon niet om uit te houden is. Als alles beter is dan dat deze vrouwen binnenzitten, pak dan de oorzaak van dit onrecht aan, en maak vrouwen niet dubbel tot slachtoffer door ze 'het recht te geven' hun huis op de rug met zich mee te dragen. Het effect is dat vrouwen worden gediscrimineerd door het begrip vrijheid zo uit te leggen dat het tegendeel ermee wordt bedoeld.
Wie van al die mensen die zeggen dat de hoofddoek de vrijheid van vrouwen vergroot omdat ze gesluierd van haar mannelijke voogd wel 'naar buiten mag' (!) heeft ooit durven zeggen dat het de schande is van de islam dat de vrouw toestemming van een man nodig heeft om te kunnen gaan en staan waar ze wil? Liever gaan deze mensen de strijd aan met mensen die pleiten voor emancipatie en zich verzetten tegen de islamitische minachting voor vrouwen. Islamcritici kunnen makkelijk racist of islamofoob worden genoemd, omdat van hen weinig te vrezen is behalve hun scherpe woorden. De beruchte agressie van de islamitische man is blijkbaar een stuk griezeliger, dus die kan maar beter worden ontzien in de hele hoofddoekdiscussie.
Het steunen van discriminatie belemmert emancipatie.
In plaats van de strijd aan te gaan tegen deze onderdrukking en de confrontatie met de islam en moslims aan te gaan bestempelt de CGB het bestrijden van ongelijke behandeling tot ongelijke behandeling. Het opkomen voor emancipatie en seksuele vrijheid van moslimvrouwen, zodat zij tot zelfstandige individuen met gelijke rechten kunnen ontwikkelen, wordt onderdrukt op grond van omgekeerde vrijheidsretoriek die vrouwen weer onderwerpt aan hun religie. Het lijkt wel alsof er nooit sprake is geweest van westerse emancipatiebewegingen.
Laurien Koster wijst er in het jaarverslag van 2009 op dat de wetgeving rond gelijke behandeling erom vraagt dat burgers in het publieke domein elkaar beschermen tegen uitsluiting. Iedereen neemt aan de samenleving deel met zijn eigen identiteit. Daar is iets voor te zeggen, maar die identiteit moet wel de gelegenheid hebben zich te ontwikkelen. Schoolgaande jongeren ontwikkelen zichzelf vanuit vrijheid, niet door de ontwikkeling op grond van religieuze opvattingen over vrouwelijke autonomie selectief te smoren.
Bovendien is het sluieren juist een vorm van het onderdrukken van een eigen identiteit. Toen de Chinezen door Mao werden gedwongen uniforme kleding te dreigen twijfelde daar niemand aan. Terwijl er volop wordt gepleit voor het recht van scholieren om hoofddoeken te dragen is er geen enkele discussie voor het recht van moslimvrouwen om openlijk seks te mogen hebben met wie ze zelf willen, ook zonder dat van een huwelijk sprake is. De sluiers gaan samen met de eis voor vrouwen als maagd het huwelijk in te gaan; vooral haar maagdelijkheid en kuisheid zijn van belang voor haar identiteit. De bewegingsvrijheid van moslimvrouwen is ernstig beperkt. Het ontbreken van een discussie over baas in eigen buik en vagina in de moslimwereld en het recht van vrouwen te mogen gaan en staan waar ze willen is een sterk signaal naar buiten toe dat er iets schort aan de vrijheid van moslimvrouwen. Aangezien de CGB conclusies trekt uit de klachten die worden ingediend zijn die conclusies vooral gebaseerd op het provocerende aangiftebeleid onder moslims die gebruik maken van de westerse anti-discriminatiewetgeving om de islam in het westen op te dringen.
Er is hierboven al op gewezen dat het sluieren in de islamitische wereld samengaat met het uitsluiten van vrouwen uit het publieke domein. De stelling dat burgers de verantwoordelijkheid hebben elkaar niet uit te sluiten weerspreekt het accepteren van de hoofddoek, dat de uitsluiting uit het publieke leven van vrouwen nu juist benadrukt. Bovendien werkt het sluieren vervreemdend. Naarmate meer vrouwen zich sluieren of afwezig houden uit het publieke domein worden vrouwen als zelfstandige, seksuele wezens beangstigender. De patriarchale religies demoniseren vanouds vrouwen vanwege hun seksualiteit, en natuurlijk in het bijzonder vanwege het feit dat vrouwen de kinderen baren; in het patriarchaat moet de man de seksualiteit van de vrouw controleren omdat de man centraal in de afstamming is gesteld. De gewoonte om vrouwen zelf verantwoordelijk te houden voor hun verkrachting komt hiervandaan. In de islam is deze verantwoordelijkheid van vrouwen zelfs wettelijk vastgelegd. Naarmate de seksualiteit van vrouwen meer wordt gedemoniseerd en vrouwen meer worden gedwongen zich zedig te kleden is het moeilijker voor niet-onderworpen vrouwen om zich vrij te kunnen bewegen en serieus te worden genomen.
Ook werkt het sluieren segregatie in de hand, in plaats van dat het de integratie bevordert. Er onstaat een zwart-witbeeld over mannen en vrouwen op basis van hun geslacht. Verschillen tussen mannen en vrouwen worden benadrukt op basis van vastliggende opvattingen over beelden over mannelijkheid en vrouwelijkheid.
Dat sluieren samengaat met segregatie blijkt ook uit regelmatige verzoeken vanuit de islamitische gemeenschap om mannen en vrouwen gescheiden te houden. Zo worden voor moslimvrouwen gescheiden zwemuren bepleit opdat ze niet met mannen in aanraking hoeven te komen, en in ziekenhuizen wordt verzocht om vrouwelijke artsen omdat moslimvrouwen niet alleen met mannen mogen zijn. Deze basis van wantrouwen en apartheid is niet gezond voor een samenleving.
De CGB stelt godsdienstvrijheid boven de vrijheid van de seculiere maatschappij eigen opvattingen te hebben
De CGB kiest in feite veel te vaak voor de gesluierde vrouw op basis van godsdienstvrijheid, en nooit voor de seculiere maatschappij waarin mensen met elkaar sámen willen leven en gelijke rechten hebben. Nog voorbijgaand aan de vraag of de hoofddoek al dan niet moet worden verboden is het wel heel lastig om deze kwestie via het maatschappelijk debat aan de kaak te stellen als overheidsgelieerde instellingen door oneigenlijke argumentatie druk uitoefenen op instellingen die iets aan het probleem proberen te doen.
De commissie stelt steeds op grond van religieuze vrijheid degenen in het gelijk die vinden dat mannen en vrouwen elkaar niet de hand hoeven te schudden. Scholen die hoofddoeken willen verbieden, instellingen en bedrijven die geen ruimte willen geven aan gesluierde vrouwen, een agente die een hoofddoek wil dragen, een bedrijf waar het personeel headsets draagt moet toestaan dat moslimvrouwen de headset óver de hoofddoek dragen, zwembaden mogen vrouwen in boerkini's niet weigeren. Moslims doen dan ook steeds vaker een beroep op deze commissie om te forceren dat gesluierde vrouwen overal moeten worden geaccepteerd, hoe andere culturen ook tegenover dit opdringen van religieuze en sektarische gebruiken staan. Ze tasten af hoever ze kunnen gaan. Op basis van dergelijke provocerende klachten kwam notabene een rapport tot stand over een toename van discriminatie van moslims in Nederland. Maar religie is de antithese van vrijheid en emancipatie. Vanuit religieuze hoek wordt door intimidatie voorkomen dat mensen zich tegen de religieuze tradities durven te verzetten. Daarnaast bestaat er een grootschalige propaganda-industrie die retoriek ontwikkelt om de islam zo uit te leggen dat hij acceptabel wordt in het westen. Daarvoor wordt alles wat krom is rechtgeredeneerd, een strategie die overigens een rijke historische traditie kent en ook het christendom niet vreemd is. De dringende eis religie te respecteren en het voortdurende beroep op godsdienstvrijheid zijn maskers om de problemen niet daar aan te kunnen pakken waar het wringt, namelijk in de religie zelf. Een commissie die gelijke behandeling mogelijk wil maken moet het ook aandurven de religieuze ongelijkheid aan de kaak te stellen. In plaats daarvan verdedigt de commissie de ongelijkheid als vorm van religieuze vrijheid. Een dergelijke commissie verdient volgens mij alle prijzen van de ongelijkheid die er maar te vergeven zijn.
Auteur:
Dit artikel is 796 keer gelezen.
zeven reacties