Drogredenen in de bijbel: het argumentum ad hominem
18 09 11 - 20:25 - Categorie: atheisten Er zijn goede, minder goede, matige, slechte en erg slechte argumenten, redeneringen, discussiemethoden en debattechnieken. Daarnaast heb je argumenten, redeneringen, discussiemethoden en debattechnieken die goed lijken, maar slecht zijn. Daarom trappen we er vaak in. Dat zijn de drogredenen.Aristoteles heeft al de eerste lijst drogredenen opgesteld. Tot nu toe worden ze bestudeerd in de argumentatietheorie. Ze zijn het amusantste onderwerp uit dit vak. Studenten zijn er altijd dol op. Ze bestuderen graag andermans redeneer- en discussiefouten.
Waar worden de drogredenen begaan? Overal: in ons eigen hoofd, het dagelijks leven, het bedrijfsleven, de politiek, de wetenschap, enzovoort, enzovoort.
Wie begaat ze? U, ik, iedereen. Zelfs God, Abraham, Mozes, de profeten, Jezus en Paulus begaan de ene drogreden na andere. In de Bijbel zijn nauwelijks goede argumenten en redeneringen te vinden. Vooral God en Jezus maken er vaak een potje van.
Voor deze site behandel ik per keer één type drogreden dat personages uit de Bijbel begaan. Ik begin met een van de bekendste: de persoonlijke aanval, argumentum ad hominem in het Latijn. De bijbelcitaten komen uit de Nieuwe Bijbelvertaling.
De directe persoonlijke aanval
De farizeeën vragen aan Jezus (Marcus 7: 5): ‘Waarom houden uw leerlingen zich niet aan de tradities van onze voorouders en eten ze hun brood met onreine handen?’
Jezus antwoordt (Marcus 7: 6): ‘Wat is de profetie van Jesaja toch toepasselijk op huichelaars als u!’
In plaats van uitleg of argumenten te geven maakt Jezus de tegenpartij uit voor huichelaars. De tegenpartij voorstellen als dom, oneerlijk, huichelachtig, onbetrouwbaar, enzovoort, is de eerste variant van de persoonlijke aanval. Hij heet de directe persoonlijke aanval. Jezus begaat hem vaak. Nog een voorbeeld uit een discussie van Jezus met de farizeeën en schriftgeleerden. Jezus zegt (Matteüs 23: 33): ‘Slangen zijn jullie, addergebroed, hoe denken jullie te kunnen ontkomen aan een veroordeling tot de Gehenna?’
God gebruikt een subtielere vorm van de directe persoonlijke aanval in een discussie met Mirjam en Aäron over Mozes. Mirjam en Aäron maken aanmerkingen op Mozes vanwege zijn huwelijk (Numeri 12:1): 1 [...] ‘Hij is met een Nubische getrouwd!’
God antwoordt (Numeri 12: 8): ‘[...] Hoe durven jullie dan aanmerkingen op mijn dienaar Mozes te maken?’
Met deze opmerking scheldt God Mirjam en Aäron niet direct uit, maar hij beschuldigt ze wel indirect van brutaliteit. Ze hebben geen recht van spreken.
De indirecte persoonlijke aanval
Dit laatste voorbeeld is een overgang naar de tweede variant van de persoonlijke aanval, de indirecte persoonlijke aanval. Ook hier wordt niet ingegaan op wat de andere partij heeft gezegd, maar er wordt niet gescholden. Er wordt gezinspeeld op zijn omstandigheden. Het is een poging zijn geloofwaardigheid te ondergraven door te wijzen op zijn belangen. Zijn bedoelingen deugen niet.
De farizeeën gebruiken deze indirecte persoonlijke aanval in een debat met Jezus (Johannes 8: 12-13): ‘Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft. De Farizeeën wierpen tegen: ‘Uw getuigenis is niet betrouwbaar, want u getuigt over uzelf.’
In hun reactie gaan de Farizeeën niet in op wat Jezus heeft gezegd, maar proberen zij zijn hele getuigenis onderuit te halen door die onbetrouwbaar te noemen omdat hij van hemzelf komt, dus uit eigenbelang is ingegeven.
Simeon Petrus schrijft de opvattingen van personen met wie hij het niet eens is, ook aan eigenbelang toe (2 Petrus 2: 1-3): ‘Toch zijn er destijds onder het volk ook valse profeten opgetreden, en zo zullen er ook onder u dwaalleraren verschijnen. Ze zullen met verderfelijke ketterijen komen en zelfs de meester die hen heeft vrijgekocht verloochenen. Daarmee bewerken ze spoedig hun eigen ondergang. Velen zullen hun losbandig gedrag overnemen en zo de weg van de waarheid in opspraak brengen. Gedreven door hebzucht zullen ze u bedriegen met misleidende verhalen, maar hun vonnis is allang geveld, hun ondergang laat niet op zich wachten.’
Hier combineert Simeon Petrus de directe (‘valse profeten’) met de indirecte persoonlijke aanval (‘gedreven door hebzucht’).
De jij-bak
De derde variant van de persoonlijke aanval is ook gericht tegen de geloofwaardigheid van de andere partij. Nu gebeurt dat door op tegenstrijdigheden te wijzen tussen wat de andere partij naar voren heeft gebracht en wat hij eerder heeft gezegd of gedaan: ‘Alles wat je zegt, ben je zelf’. De Latijnse term is tu quoque: ‘jij ook’. De jij-bak dus.
God gebruikt de jij-bak tegen de Israëlieten, die beweren dat zijn wegen ontrechtvaardig zijn (Ezechiël 18: 25): ‘Nu zeggen jullie: “De wegen van de Heer zijn onrechtvaardig!” Maar luister, Israëlieten! Ben ik het die onrechtvaardig is? Gaan júllie niet eerder onrechtvaardige wegen?’
Dit zijn maar een paar voorbeelden van de drie vormen van de drogreden de persoonlijke aanval. De Bijbel barst ervan.
Deze tekst is een zeer verkorte versie van een hoofdstuk uit het boek Drogredenen in de Bijbel, dat Tjark Kruiger aan het schrijven is.
Tjark Kruiger is argumentatietheoreticus, vertaler Russisch en hij schrijft romans. Zijn antigodsdienstige roman Spiegelpaleis is in maart 2011 verschenen.
Auteur: Tjark Kruiger
Dit artikel is 2429 keer gelezen.
vier reacties