Susan Haack - verdediging van de wetenschap
08 05 07 - 00:00 - Categorie: wetenschapSusan Haack is professor filosofie en recht. Ze is verbonden aan de universiteit van Miami, en schreef diverse boeken over logica en wetenschap, waaronder Deviant logic, fuzzy logic: beyond formalism, waarin de klassieke logica wordt verdedigd tegen alternatieve, niet-exacte logica, en Philosophy of logics, een beschrijving van de verschillende logische systemen en het doel en de reikwijdte ervan. Haar laatste boek, Defending Science: Within Reason Between Scientism and Cynicism (2003) , is een verdediging van de wetenschap tegen moderne relativistische cultuurcritici, conservatieve religieuze groepen en occulte stromingen.
Over dit boek sprak Susan Haack op 7 maart 2007 in een interview met D.J. Grothe bij Point of Inquiry, het digitale mediacentrum van Center for Inquiry.
Hieronder volgt een verslag van het interview.
Het boek verdedigt wetenschap vooral tegen de tegenstanders ervan. Wie zijn die tegenstanders?
Aanvankelijk richtte ik me vooral tegen bepaalde stromingen binnen academisch links zoals feministen en postmodernisten. Ik dacht dat vooral dit soort cultuurcritici een verkeerd beeld van het wetenschappelijk denken schetste. Toen ik mijn kritiek uitwerkte, bleek al snel dat een deel van het probleem is dat veel wetenschapsfilosofen een te rigide op de logica gegronde opvatting hadden over het rationele karakter van de wetenschap, waarmee ze de wetenschap ook een slechte dienst hebben bewezen.
Dus ik probeer enerzijds de rationaliteit van de wetenschap te verdedigen tegen bepaalde relativistische linkse critici die denken dat alles is terug te brengen tot machtstrijd en politiek, maar ik probeer tegelijk ook een wetenschap te formuleren die zich minder sterk baseert op strenge logische modellen van het rationele denken, en daardoor minder ambitieus is.
Hebben de postmodernisten, de radicale sceptici van alle kennis, niet een punt? Is wetenschap niet gewoon een mythisch narratief onder vele andere, gewoon weer een andere blik op de wereld met z'n eigen geloofsclaims?
Thomas Huxley
Dat is een van de redenen waarom het boek 'Defending science within reason' heet. Het is een bewuste woordspeling. Wetenschap wordt verdedigd binnen een bepaald niveau van redelijkheid, maar ook voor zover het een voortzetting is van activiteiten waar iedereen zich mee bezig kan houden: gewoon alledaags onderzoek vanuit de eigen ervaring. In dat opzicht is het dus helemaal niet zo ondoordringbaar voor de leek.
Dus het gezonde verstand sluit aan bij wetenschap. Het is geen groots, bovenmenselijk systeem dat het menselijk begrip teboven gaat.
Wetenschappelijke kennis lijkt op de kennis die we opdoen door ons gezonde verstand. Het wetenschappelijk systeem is niet bijzonder vanwege de geaccepteerde theorieën, maar vanwege de systematische onderzoeksmethode.
Er is geen logisch verschil met de manier waarop dingen worden afgeleid uit uit de verzamelde gegevens. Maar de wetenschap heeft in de loop van de tijd een groot scala aan manieren ontwikkeld om dit beter te doen. Ik noem die manieren 'wetenschappelijke hulpmiddelen' bij het doen van onderzoek, een uitdrukking die ik ontleen aan Francis Bacon. Dat kunnen bijvoorbeeld allerlei instrumenten zijn die onze observatie verfijnen, en fungeren als uitbreiding van onze ongeleide zintuigen, maar ook bijvoorbeeld hulpmiddelen als wiskunde, statistiek, de computer, in het verleden bijvoorbeeld de verschuiving van Romeinse naar Arabische cijfers etc. Dat zijn allemaal dingen die de nauwkeurigheid van het onderzoek verbeteren. Ook de wetenschappelijke methode hoort hierbij. Dankzij deze hulpmiddelen kunnen mensen zeer punctueel en grondig onderzoek doen.
Het is dus geen ander soort onderzoek, het is gewoon een verder uitgewerkte manier van het alledaagse onderzoek waarmee iedereen bekend is?
Ja.
Een probleem voor critici is dat wetenschap nooit af is. De conclusies die worden getrokken zijn nooit helemaal zeker. Een belangrijke reden voor postmodernisten om de wetenschap te relativeren is dat het altijd in beweging is en voortdurend verandert. Je hoeft wetenschappelijke ontdekkingen dus helemaal niet zo serieus te nemen, ze hebben geen absolute geldigheid. Je hoeft er dus niet zo 'religieus' over te doen, zeggen zij.
Om te beginnen zijn er helemaal niet zulke absolute grenzen over wat wel of niet wetenschappelijk is.
Dat is een controversiële uitspraak.
Inderdaad. Maar hoewel de grenzen vaag zijn, is er is een enorm groot algemeen geaccepteerd corpus van wetenschappelijke theorieën dat zeer grondig is onderbouwd en bewezen. Er is enorm veel betrouwbare kennis opgebouwd. Theoretisch zou iets niet kunnen kloppen, maar dat zou toch wel bijzonder verrassend zijn.
Er zijn ook vele theorieën die nog niet zijn uitgewerkt, waarvan sommige, vooral op bepaalde gebieden, nogal speculatief zijn, niet erg goed onderbouwd en niet algemeen geaccepteerd. Het gaat bijvoorbeeld om zwakke theorieën waarbij nog geen grondig onderzoek is verricht, en de kans is veel groter dat deze ooit zullen worden verworpen. Om dit nou allemaal als één grote brij op een hoop te gooien duidt op misplaatst scepticisme.
Als de grens voor wat wetenschap is vaag is, hoe kun je dan zeggen dat paranormale theorieën niet wetenschappelijk zijn? Als er geen grenzen zijn, wat is dan het verschil met religie?
Om deze grens te trekken is het demarcatiecriterium in het leven geroepen. Je kan de wetenschap afbakenen aan de hand van het toepassen van een wetenschappelijke methode met observatie, empirische waarneming, het verzamelen van feiten, doen van herhaalbaar onderzoek, falsificeerbare theorie etc. Ik ben het hiermee niet eens. Ik ben er nogal relaxt onder of iets wel of geen wetenschap is. Het gaat mij meer om wat goed of slecht uitgevoerd onderzoek is, en wat goed of juist niet wordt ondersteund door bewijs. Ik neig er meer naar te zeggen dat het niet uitmaakt of het wel of geen wetenschap is, maar of het om slechte theorieën of bewijsvoering gaat. Een voorbeeld: de bewijzen die worden aangevoerd voor buitenaardse ontvoeringen overtuigen mij niet, ik zou graag meer informatie hebben en duidelijkere bewijzen. Ik verwerp het niet rechtstreeks, maar acht het voorkomen van zo'n ontvoering wel 'zeer onwaarschijnlijk'.
Iets anders: u spreekt over 'wat we geloven over het universum'. Dat is nogal een andere manier van spreken dan de meesten, die het hebben over 'wat we weten'.
Andromeda Strain. Wetenschappers nemen bovennatuurlijke zaken waar.
Maar als de wetenschap je niet vertelt wat er waar is, wat is het nut ervan dan?
Je kan een bepaalde verklaring best accepteren ook al heb je er geen absolute zekerheid over. Er zijn zoveel dingen die geen absolute waarheid zijn. Maar ik kan me voorstellen dat dit tot cynisme kan leiden.
Kunt u uitleggen wat u bedoel met de termen critical commonsensism en old deferentialism?
Alles wordt teruggebracht tot formalistische patronen en logische symbolen in het structuralisme.
Tegenover dit oude deferentialisme stel ik niet dat de wetenschap niet rationeel is, maar ik zeg dat het rationele niet in strikt logische termen te vervatten is. Er bestaat interactie met de wereld en met andere wetenschappers, waardoor de verklaringen worden beïnvloed. De taal waarvan wetenschappers zich bedienen is niet absoluut en altijd geldig, maar wordt gekleurd door andere invloeden en metaforen, en is afhankelijk van de tijd. Wetenschap is in feite net als elk gezamenlijk project een sociale onderneming. Daardoor wordt de wetenschap altijd weergegeven in wereldlijke termen en structuren, en valt zo buiten de logica.
De term critical commonsensism heb ik geleend van Charles Sanders Peirce, een zeer belangrijke negentiende-eeuwse Amerikaanse filosoof. Hij geeft hier een complexe technische uitleg aan, maar ik gebruik het in een beknopte vorm om mijn these samen te vatten. Ik wil ermee zeggen dat wetenschappelijk bewijs een uitgewerkte vorm is van alledaags empirisch onderzoek, maar dat het aan kritischere voorwaarden voldoet. Eigenlijk wat Einstein bedoel toen hij zei dat wetenschap gewoon een sterke verfijning is van het alledaagse denken.
De grenzen vervagen. Is er dan wel vooruitgang mogelijk?
Er is inderdaad wel vooruitgang, maar niet in een rechte lijn. De wetenschappelijke kennis verbetert niet bij elke stap. Soms worden er weer een paar stapjes teruggedaan, soms breidt de ontwikkeling alleen maar zijwaarts uit.
Francis Bacon in 1620 liep vooruit op wat wetenschap zou kunnen zijn. Hij stond aan het begin van wat je de moderne wetenschap kunnen noemen. Hij overleed toen hij voedsel buiten in de sneeuw wilde leggen om te zien of kou geschikt was om voedsel te conserveren, waarbij hij een dodelijke longontsteking opliep. Voor ons is een koelkast heel normaal, maar probeer je voor te stellen dat er een tijd was dat we niet wisten of kou voor conservering gebruikt kan worden, dat we niet wisten wat de pest of andere ziektes veroorzaakt. Natuurlijk heeft de wetenschap dus vooruitgang geboekt. Contactlenzen zijn voor mij persoonlijk ook een duidelijk bewijs van verbeterde techniek dankzij wetenschappelijke vooruitgang.
Ook de paranormalen hebben zich tegen de wetenschap gekeerd. Er wordt zelfs gesproken van een 'oorlog tussen wetenschap en religie'. Volgens critici van de wetenschap wordt deze 'oorlog' aangezwengeld door atheïsitsche wetenschappers die op het moment steeds weer nieuwe invloedrijke bestsellers schrijven met kritiek op de godsdienst, zoals Dawkins, Harris etc. Denkt u dat wetenschap en religie niet verenigbaar?
Er bestaan grote spanningen tussen de religieuze manieren om de wereld te bekijken en wetenschap. Ik kan wel meevoelen met gelovigen die verontrust zijn vanwege wat zij als onverenigbaar zien. Dit ontstaat als mensen proberen de spanningen glad te strijken. Het is een heel onbevredigende manier om datgene te vermijden wat toch onder ogen moet worden gezien.
Inderdaad, beide partijen krijgen niet wat ze willen als ze worden gedwongen verenigbaar te zijn. Ook veel wetenschappers zeggen dat.
In een hoofdstuk in Defending Science heb ik niet alleen kritiek op Richard Swinburne, die deze zaak vanuit religieus standpunt bekijkt, maar ook op Stephen J. Gould, die een verdeling maakt waarbij iedereen gelukkig kan zijn, maar die in werkelijkheid enorm onbevredigend is.
Volgens Gould zouden we twee niet-overlappende magisteria kunnen onderscheiden: wetenschap en religie bestrijken elk hun eigen kennisterrein. Ze gaan beide over verschillende dingen met hun eigen waarheid, en kunnen niet over elkaars terrein uitspraak doen. De wetenschap gaat over de natuurlijke wereld, de religie over ethiek en geluk, morele waarden en het bovennatuurlijke.
Dat is niet eerlijk tegenover beide. Gould vertelt bijvoorbeeld in feite waar de religie eigenlijk overgaat, namelijk over de moraal. Maar religie is meer dan alleen morele codes, en doet ook uitspraken over de natuurlijke wereld. Evenzo kan wetenschap wel degelijk over ethiek en geluk gaan. In de geest van John Dewey zou je kunnen uitgaan van de aanname dat een goede vorm van menselijk gedrag op de een of andere manier iets bijdraagt aan de bloei van menselijke culturen. Dan ligt het voor de hand dat je je afvraagt wat deze bloei dan veroorzaakt. Het is niet zo dat de sociale wetenschappen hier niets over kunnen zeggen.
De wetenschap vertelt ons eigenlijk dat onze plaats in het universum nauwelijks betekenis heeft, het leven duurt maar een moment in het bestaan van de kosmos. Het leven van de mens heeft in het grote geheel helemaal geen betekenis. Op een dag gaan wij dood, het leven sterft uit, maar het heelal gaat verder met uitdijen en nieuwe sterren en planeten worden gevormd. Wat is de positie van wetenschap dan eigenlijk.
Wat levert de wetenschap dan aan waarde op: natuurlijk vooral nuttige technologie, zoals electriciteit etc.
Maar er is nog iets anders van waarde. Mensen zijn lichamelijk gezien geen bijzonder goed geëvolueerde soort, we hebben fysiek weinig om ons in leven te houden. Maar we zijn goed in het uitdokteren van dingen. We zijn een succesvolle soort, dankzij dat opmerkelijk talent dat mensen hebben.
En omdat wetenschap een van de meest succesvolle manieren is om dingen te ontdekken, is het van waarde als uitdrukking van dit menselijke talent. Het is niet precies hetzelfde als schrijven of schilderen, maar net als deze dingen is het een uitdrukking van dit bijzondere menselijke vermogen. Het zou een tragedie zijn als we deze uitdrukkingsvorm zouden kwijtraken, net zoals het een tragedie zou zijn als we literatuur of kunst of muziek zouden verliezen.
Auteur:
Dit artikel is 838 keer gelezen.