Elf stellingen over vrijheid van kritiek op de godsdienst
13 02 06 - 00:00 - Categorie: opinieGodsdienst moet aan precies dezelfde kritiek en satire kunnen worden blootgesteld als alle andere menselijke uitingen. Naar aanleiding van de woede-uitbarsting onder moslims vanwege satirische tekeningen over de islam en de daaruit voortvloeiende vraag hoever we moeten gaan in het toestaan van kritiek op godsdiensten, heb ik geprobeerd een aantal stellingen te formuleren. Deze kunnen aan de orde komen tijdens een discussie over dit onderwerp.
Uitgangspunt: het taboe op kritiek en het eisen van bijzonder respect voor de godsdiensten is misplaatst, en leidt tot onvermogen om vooroordelen, misstanden en geweld die voortkomen uit de godsdiensten te kunnen oplossen.
1) Juist met betrekking tot de godsdienst heeft de vrijheid van meningsuiting extra bescherming nodig.
Godsdiensten als christendom en islam hebben de neiging zich tegen kritiek te beschermen door het te verbieden, en het indien mogelijk strafbaar te maken. Maar het taboe op godsdienstkritiek is juist de oorzaak van het gevaar van deze godsdiensten. Het strafbaar stellen van kritiek gaat ten koste van andersdenkenden, veroorzaakt onoplosbare frustratie, en leidt tot paranoïde sociale verhoudingen en conflicten.
Door kritiek en vrijemeningsuiting toe te staan, is het mogelijk frustraties en angsten te kanaliseren en conflicten te voorkomen.
2) Onderdeel van het recht op vrijemeningsuiting is dat je met kritiek moet kunnen omgaan.
Dankzij de vrijemeningsuiting hebben minderheden en individuen de mogelijkheid hun opvattingen vrij te beleven. Keerzijde is dat je moet kunnen verwerken wat groepen of mensen met andere ideeën over je zeggen. Tegengestelde ideeën komen vaak juist voort uit onvrede met de opvattingen van een andere groep. Maar ook binnen een groep moeten mensen kritisch kunnen spreken over regels die tegen hun natuurlijke behoeftes ingaan, en voorstellen deze te veranderen.
Dankzij de vrije mening is het mogelijk vanuit kritiek tot een andere levenswijze te komen, die meer aansluit bij andere wensen.
3) Wie het recht op godsdienstvrijheid wil, moet ook het recht op vrije kritiek toestaan.
Moslims kunnen niet aan de ene kant westerse vrijheden opeisen maar tegelijk hun islamitische onvrijheid aan ons opleggen. Ze moeten beseffen dat de reden dat de islam hier is toegestaan gekoppeld is aan het recht op vrijemeningsuiting. Keerzijde van de medaille is dat de islam net als alle andere opvattingen en ideeën niet heilig is: hij mag ter discussie worden gesteld, en wie wil mag hem proberen te ontmaskeren.
Moslims die de islam willen verspreiden door hem aan te prijzen als oplossing voor de problemen die uit andere levenswijzen voortkomen, moeten ook accepteren dat anderen de islam en de leefwijze van moslims ter discussie willen stellen, zelfs als dat leidt tot het afbrokkelen van de islam.
4) Kritiek maakt verandering mogelijk.
Godsdiensten als christendom en islam zijn erop gericht onveranderlijk te blijven bestaan. De tekst van hun heilige boek is onaantastbaar en voor eeuwig. Het toestaan van kritiek zou dit streven aantasten.
Het nadeel van verbod op kritiek is dat rigide ideeën en vooroordelen blijven woekeren. De vrouw is bijvoorbeeld inferieur aan de man zolang het boek als heilig en onaantastbaar wordt gezien. Twijfel hierover wordt weggeredeneerd door te verwijzen naar de wil van god, die alles het beste weet.
Dankzij het recht op kritiek is het mogelijk knellende, onjuiste of bevooroordeelde opvattingen, regels of wetten te wijzigen. Het is onverstandig godsdiensten uit te sluiten van deze mogelijkheid tot verbetering of aanpassing aan behoeftes.
5) Om de islam van binnenuit te moderniseren zijn twee voorwaarden noodzakelijk: kritiek moet onvoorwaardelijk worden toegestaan, en het moet zijn toegestaan de islam openlijk te verlaten.
Dit kan misschien leiden tot leegloop van de godsdienst, maar dat is dan nodig om aan de belangen en behoeftes van mensen en maatschappijen te voldoen. Het kan ook leiden tot indiviudele aanpassing van de godsdienst en het ontstaan van verschillende bewegingen.
Godsdienst hoeft niet ten koste van alles worden bewaard. Het leidt tot frictie en gewelddadige ontlading als de spanning tussen mens en godsdienst te groot wordt.
Zolang kritiek en het verlaten van de godsdienst niet worden geaccepteerd, blijven gematigde moslims en niet-moslims lijden onder de manier waarop fundamentalisten de islam trachten te bewaren.
Het welzijn van mens en maatschappij gaat boven de godsdienst.
6) God en godsdienst worden beschouwd als almachtig en alwetend, en daarom boven mens en kritiek verheven.
Dit is de oorzaak van vele problemen. Godsdienst en goden zijn evenals alle menselijke uitingen producten van de geest. Ze bevatten menselijke vooroordelen, en ideeën die alleen toepasbaar zijn binnen een bepaalde cultuur. Door de godsdienst boven de kritiek te verheffen, blijft godsdienst macht uitoefenen over mensen en culturen, ook als deze macht tegen de belangen en natuurlijke behoeftes van mensen ingaat. >
Het is daarom belangrijk de godsdienst terug te brengen naar waar hij vandaan komt, namelijk de menselijke geest, en hem te onderwerpen aan kritische analyse op dezelfde manier als andere menselijke uitingen worden geanalyseerd en bekritiseerd.
7) De heftige reactie die kritiek losmaakt, komt voort uit angst.
De woede die we nu zien onder moslims is niet alleen het gevolg van het feit dat kritiek en satire volgens de islam verboden is. Het is vooral een uiting van de angst om te worden geconfronteerd met de werkelijkheid. De kritiek legt meedogenloos bloot dat de islam niet zo perfect is als moslims zichzelf voorhouden. Ook blijkt uit kritische analyse dat de islam gewoon mensenwerk is, zoals alle wetten, ideeën en filosofieën.
Niets is zo pijnlijk als de ontdekking dat het wezen dat je liefhad, zonder voorwaarden vertrouwde en wiens wetgeving je zonder vragen te stellen boven de mensen plaatste, slechts een product is van de menselijke geest. Het taboe op kritiek beschermt mensen tegen deze gevreesde waarheid.
8) De oorzaak van de extreme islamitische woede is niet spot of satire.
Het westen wordt ten onrechte gebrek aan respect of integriteit verweten vanwege een paar spotprenten. De werkelijkheid is dat de islam geen enkele vorm van kritiek toelaat die de perfectie van hun godsdienst ter discussie stelt.
Vele critici, journalisten, wetenschappers en ook vrouwen die zich niet aan de regel van gehoorzaamheid houden zijn vermoord. Zij zijn in de islamitische wereld volledig monddood gemaakt onder het mom van 'belediging van de godsdienst'. Dat geldt niet alleen voor mensen die spotten: het geldt ook voor mensen die zichzelf beschouwen als oprechte moslims, en die op een bescheiden manier tegenstrijdigheden of misstanden aan de kaak proberen te stellen.
9) Het beste bewijs dat niet satire maar intolerantie tegen kritiek de oorzaak van de woede is, wordt geleverd door de klacht van Taslima Nasrin.
Nasrin begint haar rede over islamitisch fundamentalisme voor de Harvard University in 1992 als volgt: 'Ik zei dat de Sharia moet worden herzien. Ik wil een moderne, beschaafde wet, waarin vrouwen gelijke rechten hebben. Ik wil geen religieuze wet die discrimineert, geen enkele, punt - geen hindoewet, geen christelijke wet, geen islamitische wet. Waarom zou een man vier vrouwen mogen hebben? Waarom zou een zoon tweederde erven van het bezit van zijn ouders, terwijl een dochter maar recht heeft op een derde? Moet ik worden vermoord omdat ik dit zeg? …'
Alleen al omdat Nasrin om deze eenvoudige wens is veroordeeld en met de dood wordt bedreigd, moet niet worden toegegeven aan de eis van moslims de islam niet te 'beledigen' met cartoons. Het einde is namelijk letterlijk zoek.
10) Eremoorden vallen onder dezelfde categorie als moorden omwille van een kritische mening.
Vrouwen die worden vermoord omdat ze 'verwestersen' zijn slachtoffer van de wens van de islam alles te onderdrukken en uit te roeien dat de heiligheid en eeuwigheid van de islam bedreigt precies zoals vermoorde critici dat zijn. Vrouwen die werden vermoord omdat ze 'verwestersen', werden vermoord omdat ze onze cultuur symboliseren, en dus tegen de belangen van de islam ingingen.
Eremoord en vrouwenonderdrukking ter discussie stellen wordt beschouwd als beledigend voor moslims. Deze gevoelens respecteren houdt in dat ontelbare met geweld gecontroleerde en vermoorde vrouwen geen recht kan worden gedaan, en dat hun situatie niet kan worden verbeterd.
11) Godsdienstvrijheid is een recht dat dient om het individu tegen godsdienstonderdrukking te beschermen.
Mensen denken nogal eens dat godsdienstvrijheid er is om de godsdiensten te beschermen. Maar veel belangrijker is het recht van het individu zijn godsdienst te beleven zoals hij dat zelf verkiest. Het recht op godsdienstvrijheid mag niet worden aangevoerd om een individu te dwingen rigide godsdienstwetten na te leven of te respecteren.
Godsdienstvrijheid is een individueel recht, het is geen recht van een collectief om de vrije rechten van het individu ongeldig te maken. Godsdienstvrijheid geeft ieder individu het recht zelf zijn houding tegenover de godsdienst te kiezen, ook als dit gepaard gaat met kritische discussie, ook als dit leidt tot verandering of leegloop van de godsdienst.
Els Geuzebroek
13-2-2006
Lees hier de vertaling in het Deens: http://web.telia.com/~u21202218/Mohammed.htm#5
Auteur:
Dit artikel is 8756 keer gelezen.
19 reacties